Veel bestuurders en toezichthouders in de publieke sector weten de benodigde omvang van
het eigen vermogen niet of onvoldoende te bepalen. Ze leunen vooral op de externe normen in
hun branche en denken dat ze daarmee wel goed zitten. Hierdoor is het eigen vermogen vaak
te hoog en staat er veel ‘dood geld’ op de bank. In deze blog legt Richard Bot uit waarom meer
geld op de bank niet altijd beter is en hoe u zorgt dat uw eigen vermogen in balans is.

Eigen vermogen heeft verschillende functies:

  • Financieringsbron voor vaste activa
  • Financieringsbron voor nieuw beleid (kost voor baat)
  • Continuïteit/risicobuffer

Zeker in de publieke sector is het optimale eigen vermogen bepalen een lastige puzzel. Elke branche
heeft namelijk zijn eigen normering hiervoor. Welzijnsorganisaties mogen bijvoorbeeld 15% van hun
jaarbudget aanhouden als norm, maar dat is niet in beton gegoten. De grenzen van de normering zijn
dikwijls onduidelijk, zowel aan de bovenkant als onderkant. Dit laat ruimte voor een subjectieve
interpretatie. Tel daarbij op dat er aan de toetsende kant vaak weinig begrip is van wat eigen
vermogen nou precies is, en u begrijpt waarom veel publieke organisaties het spoor bijster zijn als het
gaat om de ideale hoogte van het eigen vermogen.

‘One size fits all’ is onmogelijk
Bij het bepalen van de juiste balans tussen eigen vermogen en vreemd vermogen, spelen
risicoanalyses een belangrijke rol. In de publieke sector worden deze nog onvoldoende gemaakt. Of
ze worden niet vertaald naar het vermogen. In plaats daarvan baseren bestuurders en
toezichthouders zich veelal uitsluitend op externe normen van banken, subsidiegevers en
branchecijfers voor het bepalen van hun eigen vermogen. Vaak passen ze de algemene regels rigide
toe en denken dat ze daarmee wel goed zitten. Daarbij kijken ze onvoldoende naar de uniekheid van
de eigen organisatie.

De normsteller gaat ervan uit dat iedere organisatie gelijk is, maar bij het bepalen van de omvang van
het eigen vermogen voldoet een ‘one size fits all’-benadering niet. Kijk alleen maar naar de
personeelsverdeling van vast versus flexibel. Ook al doen vaste en flexibele medewerkers exact
hetzelfde werk, ze hebben een andere impact op het risicoprofiel van uw organisatie.

Meer eigen vermogen is niet altijd beter
Wij zien steeds vaker dat een (te) hoog eigen vermogen in de publieke sector eerder regel dan
uitzondering is. De heersende gedachte is ‘hoe meer eigen vermogen, des te minder risico we lopen’.
Deze denkwijze is op zich heel begrijpelijk, aangezien publieke organisaties niet op winst zijn gericht
maar op continuïteit. Toch is het zonde om dat geld eindeloos op de bank te laten staan. Want ook al
voelt het veilig om een hoge buffer te hebben, meer eigen vermogen is niet per definitie beter.

Zolang het op uw bankrekening staat levert uw geld hooguit een bescheiden rente op, terwijl uw vermogen pas echt kan gaan renderen als u het aanwendt voor de nodige investeringen in uw
organisatie. Om te behouden wat u heeft, is vaak minder eigen vermogen nodig dan u denkt. Maar investeringen die uw organisatie vooruithelpen zijn kostbaar. Toch zijn veel organisaties hierin veel te
voorzichtig, met als gevolg dat ze kansen laten liggen.

Te laag eigen vermogen ook onverstandig
Ook de andere kant zien we regelmatig: te weinig eigen vermogen bij publieke organisaties. Oorzaken
hiervan zijn onvoldoende financiële planning, onwetendheid of een subjectieve interpretatie van de
normen. Er zijn ook organisaties die bewust een te laag bedrag aan eigen vermogen aanhouden om
bepaalde subsidies te verkrijgen. Andere organisaties hebben verregaande investeringsplannen, maar
verzuimen de risico’s goed in kaart te brengen. Dit is essentieel om te weten welke risico’s met
maatregelen ( niet uitsluitend verzekeren) te beheersen zijn en voor welke risico’s u een spaarpotje
achter de hand moet houden. Dekt u de risico’s niet goed af, dan kan dit de continuïteit van uw
organisatie in gevaar brengen.

Hoe maakt u een goede risicoanalyse?
Eén van de belemmeringen die bestuurders ervan weerhouden om risicoanalyses te maken, is de
subjectiviteit. Want hoe groot is het risico dat uw pand afbrandt en wat is de impact daarvan op uw
financiën? En wat als er nog een covidgolf overheen komt, hoe vertaalt u dat in risicopercentages?
Veel mensen zien het inschatten van risico’s dan ook als ‘luchtfietserij’. In plaats van dan maar geen
risicoanalyse te maken, kunt u beter uw risico’s zo goed mogelijk inschatten en uw analyse jaarlijks
actualiseren. Door regelmatig zowel terug te kijken als vooruit te kijken, krijgt u er steeds meer gevoel
bij en worden uw analyses steeds minder subjectief.

Actief beleid op eigen vermogen loont
Uw eigen vermogen is geen saldo tussen bezit en schuld, maar een post waar u daadwerkelijk actief
beleid op moet hebben. Wat levert dit u op?

  • Beter inzicht in hoeveel vermogen er besteed kan worden, aan investeringen en nieuw beleid.
  • Meer grip op uw vermogensbeheer, waardoor u sneller en beter kunt bijsturen indien nodig.
  • Door uw plannen én planning meer concreet te maken, bent u beter in staat deze te realiseren.
  • Omdat u de risico’s duidelijk in beeld heeft, kunt u ze beter mitigeren en beheersen.
  • U bent beter in staat om strategische keuzes en bewuste afwegingen te maken rondom het
    aanwenden van uw eigen vermogen of (ook) geld van derden.
  • U voorkomt gemiste kansen.

Breng uw vermogen in balans in vier stappen
Om de juiste hoogte van uw eigen vermogen te bepalen, moet u een level hoger insteken dan bij uw
dagelijkse financieel management. De onderstaande stappen helpen u een goed beeld te krijgen van
uw vermogensbehoeften:
1) Organisatievisie en ambities: wat is het doel van uw organisatie en waar wilt u naartoe de
komende jaren?
2) Strategisch plan: waar staat u nu en hoe wilt u het gewenste doel bereiken?
3) Meerjareninvesteringsplan met financieringsplan: welke investeringen wilt u doen om uw
doelen te bereiken en hoe wilt u deze financieren?
4) Risicoanalyse: welke risico’s zijn er verbonden aan de organisatie, de voorgenomen
investeringen en de financiering daarvan, en hoe kunt u deze adequaat opvangen?

Wij helpen u graag uw vermogen in balans te brengen
Bij CFO Capabel hebben we veel ervaring in het ondersteunen van publieke organisaties bij het
stapsgewijs bepalen van de optimale verhouding tussen eigen en vreemd vermogen. Al onze parttime
CFO’s zijn experts op het gebied van strategiebepaling, financiële (risico)analyses, planning en
uitvoering. Wij helpen u graag om de kansen en risico’s voor uw organisatie duidelijk in beeld te
krijgen en deze te vertalen naar uw vermogensbehoefte.

Meer weten? Neem contact op met CFO Capabel.

Andere blogberichten

 

Capabele Compagnon: interview met Albert Allmers

Capabele Compagnon: interview met Albert Allmers, directeur FinanceFactor

“Bemiddeling is niet het eindstation maar pas het begin van de reis. Blijf duurzaam verbonden en investeer in de relatie…

Verder lezen
cfo-capabel-op-weg-van-crisis-naar-herstel

Op weg van crisis herstel

Onlangs gaven wij u tips voor een betere relatie met uw bank, waaronder het opstellen van een herstelplan. Een goed…

Verder lezen